Op 11 maart jl. gaf instructeur Evert de Jong een gastles aan de Saturday’s. Evert start zelf op Grand Prix niveau, maar geeft ook graag zijn ervaring en inzichten door. En dat hebben de Saturday’s dames ervaren!

Evert is voor veel leden geen onbekende, maar ook niet voor onze instructeurs. Hij deed namelijk samen met Antonie en Herman zijn opleiding. Die bekendheid verklaarde waarschijnlijk, samen met de toegankelijkheid van zijn instructies, de grote belangstelling van het publiek tijdens de gastles.

Die zaterdag was er een Z-les en een les op M-niveau. Door het mooie weer kon gelukkig buiten gereden worden, waardoor de bosmanege beschikbaar bleef voor de overige leden.

De basis van het paardrijden vormde het vertrekpunt voor de lessen. Alles draait om ritme in het achterbeen en zitten in het achterbeen. Gecombineerd met opmerkingen als ‘hand voor’, ‘maak een berg’ en ‘zit in het frame’ bleek dat de les in een notendop. Toch bleken deze kreten niet tegen dovemansoren gezegd. De amazones gingen zitten en minder doen en de paarden gingen bewegen en dragen. En er verschenen grote smiles op de gezichten.

Evert hamert op bewegingsvrijheid van het paard: ‘Schoft en schouder van het paard moeten vrij zijn van je handen en van lichaamsgewicht, anders kan het paard niet vrij bewegen’. En natuurlijk helpt ook het zelf consequent volgen van de basisprincipes daarbij. ‘Blijf zelf los zitten, en laat je benen lang, en los, zodat het paard niet belemmerd wordt door je knijpende bovenbenen. Door zelf goed te zitten -met je handen naast elkaar, duimen naar de oren en ellebogen iets voor je middel- breng je je paard als het ware in zijn frame. Je helpt je paard zijn achterbenen actief en dragend te maken.’.

Voor degenen die er niet bij konden zijn nog even de basisprincipes van Evert: ‘Paardrijden is gas geven en remmen. Gasgeven doe je in 3 stappen. 1: hand naar voren en daarmee ruimte voor het achterbeen maken; 2: je hoofd en gewicht naar voren brengen. 3: been! Zodat het achterbeen doorkomt. Remmen doe je in 5 stappen. Eerst het gas (lees: achterbeen) te activeren; de drang naar voren te controleren en attentie van je paard te krijgen. Vervolgens neem je plaats in de rem: je neus omhoog, je schouderblad terug, bekken kantelen en langzamer lichtrijden, daarna voorzichtig gaan doorzitten, daarbij het draftempo hetzelfde houden, uitademen en in stap overgaan.’