180 jaar Rotterdamsche Manège en 80 jaar Kralingse Bos

De Sociëteit gevestigd in de Rotterdamsche Manège ‘De Jockey Club’ bestaat dit jaar 180 jaar en is daarmee één van de oudste verenigingen en sociëteiten van Nederland. Deze kleurrijke historie heeft bijgedragen aan de diversiteit van hippische disciplines die op dit moment binnen de vereniging beoefend worden. Daarnaast viert de Rotterdamsche Manège dit jaar dat de rijschool zich precies 80 jaar geleden in het Kralingse Bos vestigde.

Gedurende het hele jaar vinden allerlei lustrumactiviteiten plaats, bekijk daarvoor de agenda of de nieuwsberichten over het 36ste lustrum.

Oprichting

In 1830 was er in Rotterdam geen manege meer door gebrek aan belangstelling. De dreigende oorlog met België en het daarmee gepaard gaande nationaliteitsgevoel brachten daar verandering in. De koning deed een oproep voor vrijwilligers voor de veldtocht tegen België. De herleving van de paardensport was dus vooral een gevolg van de overtuiging dat men hiermee het vaderland van dienst kon zijn. Een aantal vooraanstaande Rotterdammers richtte daarom verschillende verzoekschriften aan B&W om weer een manege te stichten aan de Binnenweg. Toen daar geen reactie op kwam, vestigde pikeur Giebels zich in de oude bouwvallige manege, maar hij had geen middelen voor herstelwerkzaamheden. Daarom werd in 1837 een Sociëteit opgericht met als doel om door een rijverplichting van de leden de pikeur van inkomsten te verzekeren.

Het manegecomplex lag oorspronkelijk in een landelijk gebied, pas omstreeks 1875 kwam het in de stad te liggen. Er was alleen pompwater, waar de paarden regelmatig ziek van werden. In 1881 krijgt de manege aansluiting op de waterleiding. In 1885 komt er telefoonaansluiting en het gasvlamlicht werd in 1908 vervangen door elektrisch licht.

 

Verhuizing

In het begin van de twintigste eeuw ontstond de noodzaak om te verhuizen. De stallen moesten dringend vernieuwd worden en de druk bevolkte Binnenweg was geen ideale locatie meer. In de dertiger jaren startte de aanleg van het Kralingerhout. Dit werd uiteindelijk de favoriete locatie omdat men graag buiten reed. In 1937 gingen de paarden in feestelijk optocht van de Tuinderstraat naar het Kralingerhout. Eenmaal op de nieuwe locatie werd al snel een tweedaags Concours Hippique georganiseerd.

Op 10 mei 1940, vlak voor de Duitsers kwamen, eiste het Nederlandse leger de 40 paarden op. De Sociëteit gevestigd in de Rotterdamsche Manège ‘De Jockey Club’ o.a. andere gebruikt als concertzaal. De binnenmanege bleek een uitstekende akoestiek te hebben. Circus Strassbourg vond tijdelijk onderdak in de manege. Na de bevrijding waren er geen paarden meer. Na de oorlog kwam de manege langzaam weer op gang. In 1948 vond het eerste CHIO plaats.

 

180 jaar springlevend!

In de laatste decennia is De Rotterdamsche Manège blijven groeien en met haar tijd meegegaan. In 1986 werd de Sociëteit rigoureus verbouwd en gemoderniseerd en werd er een tweede overdekte rijbaan geopend.

In 1991 ging de langgekoesterde wens in vervulling en kwam er een groot terras met riant uitzicht over het Kralingse Bos.

In 1994 werd de stal opnieuw uitgebreid en in hetzelfde jaar haalt De Jockey Club het Guinness Book of Records door een carrouselmanoeuvre te rijden met maar liefst 144 paarden! Begin 2006 werd het huidige complex van de Rotterdamsche Manège aangewezen als Rijksmonument.

In 2011 werd de Grandstand geopend die onderdak biedt aan nog meer paarden en pony’s. In 2013 werd de vereniging onderscheiden met de Koninklijke Erepenning. In totaal huisvest de Rotterdamsche Manège bijna honderd paarden en pony’s, heeft de vereniging ruim 600 leden en biedt het onderricht in vrijwel alle hippische disciplines. En …. beschikt het over prachtige uitrijmogelijkheden in het Kralingse Bos. Kortom, het is een geweldig stukje Rotterdam, en dat al 180 jaar!